05 Mar 2025
blog

Italiaans milieubeleid onder vuur na arrest van het EHRM

Blog

Op 30 januari 2025 deed het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (“EHRM”, of ook wel het “Hof”) een langverwachte uitspraak in de zaak Cannavacciuolo and Others v. Italy (het “Arrest”). Deze zaak draait om grootschalige milieuvervuiling die decennialang heeft plaatsgevonden in de regio Campanië, bekend als de "Terra dei Fuochi". Dit gebied, waar ongeveer 2,9 miljoen mensen wonen, kampt al decennialang met ernstige milieuvervuiling (als gevolg van illegale afvaldumping, begraving en ongecontroleerde achterlating van afval) en verhoogde kankercijfers.

 

Eisers voerden aan dat de Italiaanse overheid fundamentele rechten schendt door onvoldoende maatregelen te nemen tegen milieuvervuiling. Het Hof oordeelde dat Italië inderdaad tekortschiet in haar verplichtingen onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (“EVRM”), wat mogelijk verstrekkende gevolgen heeft voor het nationale milieubeleid.

De kern van de zaak

De zaak werd aangespannen door een groep individuen en organisaties die stellen dat de Italiaanse overheid fundamentele rechten heeft geschonden door onvoldoende op te treden tegen ernstige milieuverontreiniging. Hun klachten waren gebaseerd op verschillende artikelen van het EVRM:

  • Artikel 2 (recht op leven): eisers voerden aan dat milieuvervuiling ernstige gezondheidsrisico’s met zich meebrengt en dat de Italiaanse overheid onvoldoende optreedt om deze risico’s te beperken.
  • Artikel 8 (recht op privéleven en gezinsleven): de aanhoudende milieuvervuiling tast de leefomgeving van eisers aan, wat hun fundamentele rechten schendt.
  • Artikel 10 (vrijheid van meningsuiting): sommige eisers wezen op obstakels die de overheid opwerpt voor activisten en onderzoekers die milieuproblemen willen aankaarten.
  • Artikel 13 (recht op een effectief rechtsmiddel): eisers vonden dat er onvoldoende effectieve juridische middelen beschikbaar waren om milieuschade aan te pakken.

Daarnaast werd de zaak gesteund door diverse derde partijen, waaronder milieuorganisaties, wetenschappers en juridische experts, die benadrukten dat de Italiaanse overheid haar internationale verplichtingen niet nakomt.


Het oordeel van het Hof

Het Hof stelde eisers grotendeels in het gelijk. Het Hof oordeelde dat de Italiaanse overheid tekortschiet in haar verplichtingen om burgers te beschermen tegen milieuverontreiniging. In het bijzonder werd vastgesteld dat:

  • De Italiaanse overheid onvoldoende maatregelen heeft genomen om vervuiling te verminderen en de gevolgen voor de volksgezondheid te beperken.
  • Burgers niet voldoende toegang hebben tot juridische middelen om milieuschade effectief aan te vechten.
  • De Italiaanse overheid meer moet doen om transparantie en toegang tot informatie over milieuvervuiling te waarborgen.

Het Hof erkende dat milieubescherming een complexe kwestie is die afhankelijk is van politieke en economische factoren. Toch benadrukte het Hof dat de overheid een actieve rol moet spelen bij het beschermen van de volksgezondheid en leefomgeving, zoals vereist door het EVRM.

 

Wat opmerkelijk is, is dat het Hof voor het eerst artikel 2 EVRM (recht op leven) expliciet heeft toegepast in een zaak over grootschalige milieuvervuiling. Het Hof stelde vast dat er een "reële en dreigende" bedreiging voor het leven bestond, zonder dat de eisers hoefden te bewijzen dat zij persoonlijk gezondheidsproblemen hadden ontwikkeld als gevolg van de vervuiling. Dit is een belangrijke ontwikkeling, omdat slachtoffers van milieuvervuiling vaak moeite hebben om een direct causaal verband aan te tonen tussen de verontreiniging en hun gezondheidsschade.

 

Het Hof benadrukte dat de Italiaanse autoriteiten al sinds de jaren negentig op de hoogte waren van de illegale afvalstort en de daaruit voortvloeiende gezondheidsrisico's. Desondanks schoten zij tekort in hun verplichting om adequate maatregelen te nemen ter bescherming van de bevolking. Het Arrest markeert een verschuiving in de milieurechtspraak van het EHRM, waarbij niet langer een individueel vastgesteld gezondheidsrisico vereist is om een schending van artikel 2 EVRM aan te tonen.[1]

 

Het Arrest sluit aan bij onderstaande jurisprudentie van het EHRM en nationale rechterlijke instanties waarin de verplichtingen van staten ten aanzien van milieubescherming en mensenrechten werden onderstreept. In zaken zoals Tătar v. Romania, Cordella and Others v. Italy en C.Z. and Others v. Ilva SpA in Amministrazione Straordinaria and Others werd al vastgesteld dat staten actieve maatregelen moeten nemen om milieuverontreiniging te beperken. Met de nadruk op artikel 2 EVRM versterkt het EHRM in Cannavacciuolo and Others v. Italy de lijn dat staten niet mogen afwachten, maar preventief en doeltreffend moeten optreden tegen bekende milieugevaren.


Implicaties van de uitspraak

Het Arrest kan grote gevolgen hebben voor het Italiaanse milieubeleid. Enkele mogelijke implicaties zijn:

  • Verscherping van milieuregels: de Italiaanse overheid zal waarschijnlijk strengere milieumaatregelen moeten implementeren om te voldoen aan de verplichtingen die het EHRM heeft benadrukt.
  • Meer transparantie en participatie: de Italiaans overheid zal mogelijk verplicht worden om milieugegevens toegankelijker te maken en burgers meer inspraak te geven in milieubeleid.
  • Toename van milieurechtszaken: het Arrest kan als precedent dienen voor andere rechtszaken in Italië en andere Europese landen waarin overheden worden aangeklaagd wegens onvoldoende milieubescherming.


Vooruitzichten

De Italiaanse overheid heeft de mogelijkheid om de zaak voor te leggen aan de Grote Kamer van het EHRM, maar het is de vraag of dit succes zal hebben. Ondertussen zal de Italiaanse overheid waarschijnlijk maatregelen moeten nemen om aan de uitspraak te voldoen.

 

Het Arrest is een belangrijke stap in de erkenning van milieuvervuiling als een mensenrechtenkwestie. Het Hof heeft duidelijk gemaakt dat overheden niet alleen een passieve rol mogen spelen bij milieu gerelateerde gezondheidsrisico’s, maar proactief en met urgentie moeten handelen. Italië staat nu voor de uitdaging om binnen de gestelde termijn de noodzakelijke maatregelen te treffen en verantwoording af te leggen aan zowel haar burgers als de internationale gemeenschap.


Daarnaast roept het Arrest vragen op over hoe deze verplichtingen zich verhouden tot de huidige roep om vermindering van regeldruk en het beleidsinitiatief van de Europese Commissie dat bekend staat als het Europese Omnibuspakket. Aan de ene kant dwingt het Arrest de Italiaanse overheid tot strengere regelgeving en handhaving, terwijl er tegelijkertijd een trend is richting vereenvoudiging van wetgeving en het beperken van bureaucratische lasten voor bedrijven en burgers. Dit legt een spanning bloot tussen het streven naar effectieve milieubescherming en de wens om administratieve lasten te verminderen. Het zal interessant zijn om te zien hoe de Italiaanse regering hiermee om zal (moeten) gaan, mogelijk door het ontwikkelen van innovatieve en efficiënte beleidsmaatregelen.


Tegelijkertijd laat de opkomende massaclaim tegen Tata Steel in Nederland zien dat milieuschade steeds vaker aanleiding geeft tot collectieve juridische stappen. Deze zaak onderstreept de toenemende rol van private handhaving in milieukwesties, waarbij burgers en belangengroepen via juridische weg afdwingen dat bedrijven hun milieuaansprakelijkheid serieus nemen. Dit zet extra druk op overheden om hun milieuwetgeving te versterken en effectief te handhaven, wat de spanning tussen regulering en administratieve lasten verder kan vergroten.

 

[1] Zo oordeelde het Hof eerder in Brincat and Others v. Malta dat, hoewel bijna alle verzoekers gezondheidsproblemen hadden door blootstelling aan asbest, zij geen maligne mesothelioom hadden en hun aandoeningen niet als levensbedreigend konden worden beschouwd. Daarom was volgens het Hof artikel 2 niet van toepassing (paragraaf 84). In L.C.B. v. the United Kingdom zag het Hof geen oorzakelijk verband tussen de stralingsblootstelling van de vader en de leukemie van het kind (paragraaf 39). In Budayeva and Others v. Russia verwees het Hof naar administratieve tekortkomingen als oorzaak van de dood van een familielid van de verzoekers (paragraaf 158).

Keywords

EHRM
EVRM
Italiaanse overheid
Milieuvervuiling
Recht op leven

Auteur(s)

Maxime de Jong

Advocaat bij Taylor Wessing N.V.

LinkedIn