
Buy Now, Pay Later en de S in ESG: hoe sociaal is deze betaalmethode?
Blog
Het gebruik van Buy Now, Pay Later (BNPL) groeit razendsnel, ook in Nederland. Deze betaalmethode lijkt aantrekkelijk voor consumenten en bedrijven, maar roept vragen op over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van aanbieders. Vooral het sociale aspect van de ESG-criteria staat ter discussie. BNPL kan namelijk bijdragen aan financiële problemen bij kwetsbare groepen, zoals jongeren, doordat krediet vaak zonder toetsing wordt verstrekt. In dit blog kijken we of de manier waarop BNPL-aanbieders werken wel aansluit bij de uitgangspunten van verantwoord en duurzaam ondernemen en wat toekomstige regelgeving hierin mogelijk gaat wijzigen.
Voordelen voor consument en verkoper
BNPL is een betaalmethode waarbij een verkoper de consument de mogelijkheid geeft om via een BNPL-aanbieder uitgesteld te betalen. Daarbij koopt de consument direct, maar betaalt hij pas achteraf.
Voor consumenten biedt de BNPL-betaalmethode op het eerste oog alleen maar voordelen. Zoals zeker weten dat de bestelling compleet en in orde is vóór betaling, daarbij de (on)betrouwbaarheid van de webwinkel, zelf het moment van betaling bepalen, en meerdere producten/maten tegelijk bestellen. Ook verkopers van de producten profiteren. Het kredietrisico ligt immers bij de BNPL-aanbieder, consumenten kopen sneller als ze niet direct hoeven af te rekenen en de omzet kan daardoor stijgen. Daarbij voldoet de verkoper met BNPL gewoon aan art. 7:26 lid 2 BW, dat stelt dat een consument slechts verplicht mag worden tot vooruitbetaling van de helft van de waarde van een product.
Toch kleven er naast deze voordelen ook duidelijke nadelen aan het gebruik van BNPL. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) wijst hierbij op de verschillende risico’s voor consumenten. Het grootste risico is dat BNPL bijdraagt aan de schuldenproblematiek van mensen die al in een kwetsbare financiële positie verkeren. Dit wordt versterkt doordat het voor aanbieders soms juist voordeliger is om uitstel van betaling te geven aan consumenten die dat eigenlijk niet kunnen dragen. Uit cijfers van de AFM blijkt namelijk dat bij sommige BNPL-aanbieders aanmaningskosten wel 40% van de totale inkomsten vormen.
Juridische regels en uitzonderingen
Omdat BNPL neerkomt op het verlenen van uitstel van betaling, kwalificeert het als een kredietfaciliteit. Kredietverlening aan consumenten valt in Nederland onder strikte regelgeving. De kernbepalingen zijn opgenomen in afdeling 7.2A BW en in delen 2 en 4 Wft. Deze regels beogen consumenten te beschermen door hen te informeren over de verplichtingen uit de kredietovereenkomst en door overkreditering te voorkomen. Een essentiële verplichting is het uitvoeren van een kredietwaardigheidstoets door de kredietverlener voorafgaand aan kredietverstrekking.
De consumentenkredietregels kennen echter uitzonderingen. Zo zijn ingevolge artikel 1:20 lid 1 sub e Wft en artikel 7:58 lid 1 sub e BW kredieten uitgezonderd die binnen drie maanden moeten worden terugbetaald en waarbij slechts onbetekenende kosten in rekening worden gebracht. Veel BNPL-aanbieders beroepen zich op deze bepalingen om buiten de reikwijdte van de consumentenkredietregels te vallen. Het gevolg is dat BNPL-aanbieders geen vergunning nodig hebben en geen kredietwaardigheidstoets uitvoeren. Echter, onderzoek van de AFM en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) toont aan dat een aanzienlijk aantal consumenten in betalingsproblemen verkeert, waarbij jongeren oververtegenwoordigd zijn. De sinds 2023 opgestelde Gedragscode BNPL van vier grote BNPL-aanbieders heeft hier helaas ook geen verandering in kunnen brengen.
Niet-nakomingskosten: juridische grens en maatschappelijke impact
In een recente prejudiciële procedure heeft het Europese Hof van Justitie echter geoordeeld dat niet-nakomingskosten in beginsel niet tot de totale kosten behoren die bepalen of sprake is van onbetekenende kosten. Hierdoor kunnen BNPL-aanbieders in principe gebruikmaken van de wettelijke uitzondering op de consumentenkredietregels. Indien deze kosten echter een structureel onderdeel vormen van het verdienmodel, moeten zij wel tot de totale kosten worden gerekend. In dat geval zijn de kosten vrijwel nooit onbetekenend en dienen BNPL-aanbieders de consumentenkredietregels alsnog in acht te nemen.
Bovendien speelt de vraag of deze praktijken wel te verenigen zijn met de ESG-criteria. Vooral het sociale criterium is hierbij van belang. Zoals eerder beschreven dragen BNPL-aanbieders bij aan schuldopbouw en schuldgewenning bij consumenten, met name onder jongeren.
Het sociale criterium binnen ESG
De ESG-criteria kennen geen uniforme definitie en worden vaak verschillend uitgelegd. Voor het sociale criterium sluiten wij aan bij het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen (corporate social responsibility). De Europese Unie omschrijft dit als de verantwoordelijkheid van ondernemingen om rekening te houden met hun invloed op de maatschappij. Een eerste voorwaarde hiervoor is naleving van de toepasselijke wetgeving. Daarnaast vereist maatschappelijke verantwoordelijkheid dat ondernemingen een proces inrichten waarin sociale, milieu-, ethische, mensenrechten- en consumentenkwesties structureel worden geïntegreerd in de bedrijfsvoering en kernstrategie, in samenwerking met hun belanghebbenden. Dit proces moet mogelijke negatieve effecten identificeren, voorkomen en beperken. De omvang en complexiteit van dat proces hangen af van factoren als de grootte van de onderneming en de aard van haar activiteiten. Ter ondersteuning voor de invulling van het sociale criterium binnen ESG en daarmee maatschappelijk verantwoord ondernemen, bestaan diverse richtlijnen, waaronder de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, de tien principes van het VN Global Compact, de ISO 26000-richtlijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, de tripartiete verklaring van de IAO en de VN-richtsnoeren inzake bedrijfsleven en mensenrechten.
Schending van maatschappelijke verantwoordelijkheid?
BNPL-aanbieders krijgen het verwijt dat zij krediet verstrekken aan consumenten van wie zij weten (of kunnen weten) dat zij dit niet kunnen dragen. Het verdienmodel dat leunt op niet-nakomingskosten staat daarmee haaks op het sociale criterium van de ESG-criteria.
Volgens de EU moeten ondernemingen hun negatieve effecten identificeren, voorkomen en beperken. BNPL-aanbieders negeren dit uitgangspunt door vrijwel iedere consument krediet of uitstel van betaling te verlenen, zonder inzicht in diens terugbetalingscapaciteit. Daarmee accepteren zij bewust het risico dat consumenten hun verplichtingen niet nakomen. Precies om die reden bestaat de kredietwaardigheidstoets.
Door actief gebruik te maken van de uitzonderingsmogelijkheid op de consumentenkredietregels, zonder aanvullende maatregelen om misbruik te voorkomen, versterken BNPL-aanbieders hun inkomsten uit niet-nakomingskosten. Dit levert hogere omzet op, maar betekent tegelijk dat zij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet nemen en niet in lijn handelen met het sociale criterium van de ESG-criteria.
Resumé en vooruitblik
BNPL levert onmiskenbaar voordelen op voor zowel consumenten als verkopers, maar kent ook serieuze risico’s. Steeds meer consumenten, en vooral jongeren, raken in betalingsproblemen doordat krediet zonder toetsing wordt verstrekt. Tegelijkertijd profiteren aanbieders juist van de inkomsten uit niet-nakomingskosten. Dat staat haaks op de sociale component van de ESG-criteria, waarin het beperken van negatieve maatschappelijke effecten centraal staat. Nieuwe Europese regelgeving (Richtlijn (EU) 2023/2225) brengt echter verandering. Alle BNPL-aanbieders zullen vanaf eind 2026 onder de consumentenkredietregels vallen. Dit betekent onder meer een vergunningplicht en de verplichting tot kredietwaardigheidstoetsing. Deze maatregelen moeten consumenten, met name de meest kwetsbare, beter beschermen tegen overkreditering door BNPL-aanbieders en daarmee een opstapeling van hun schuldenproblematiek. Hiermee worden consumenten beter beschermd en wordt een belangrijke stap gezet richting verantwoord en duurzaam kredietaanbod. Eind 2026 is echter nog ver weg, dus laten we hopen dat BNPL-aanbieders nú al hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.
Keywords
Auteur(s)

Universitair hoofddocent ondernemingsrecht en financieel recht
Erasmus School of Law

